dinsdag 20 maart 2018

Ongemakkelijke termen




Onze eerste zes weken zitten erop en we gaan naar huis. Naar huis? Naar Nederland. Als je op twee verschillende plekken woont, waar ben je dan thuis?

Ons pied-à-terre in NL kun je op twee manieren bekijken: 1. Het is een piepklein vakantiehuisje, 2. Het is een tiny house. Dat laatste klinkt hip en véél beter dan piepklein. Het is, incl. badkamer, toilet, één slaapkamer en een zitkamer/open keuken ongeveer 40 m2. Inmiddels zijn we erachter dat bij het bewonen van zo’n tiny house één ding heel belangrijk is en dat is kastruimte. Meer is er eigenlijk niet nodig om comfortabel te  wonen (behalve dan in deze immer ijzige temperaturen de verwarming).  Geloof mij, je wordt er helemaal knettergek van als je iedere keer dat je wat wilt pakken eerst iets anders opzij moet zetten. Ook een praktische indeling van de beschikbare ruimte is essentieel. Dat vereist soms enig omdenken. Zo bevindt het serviesgoed zich in een kast in de slaapkamer. Dat klinkt raar, maar als ik dat allemaal in het keukenblokje zet, heb ik nergens plaats voor enige voorraad. En ik heb liever rijst, ketjap, gemberpoeder en aardappels voor het grijpen dan de twee bordjes die we gebruiken tijdens het eten. En zoals gezegd: die bordjes zijn dan dus ongeveer zes stappen weg. Het huisje moet in zijn ultieme praktische indeling alles weghebben van een caravan: alles heeft z’n plek en dat maakt het terugvinden van je spullen ook uiterst overzichtelijk.

In ons huisje passen ook een wasmachine en een droger. De droger staat nu nog onder het afdak, want extra horizontaal oppervlak in de badkamer ( 4 m2) is best prettig. Bovendien was er nog enige tijd sprake van dat we onze kleine afwasmachine daar bovenop zouden zetten. Maar van dat idee ben ik af gestapt. We doen de afwas weer ouderwets met de hand. Als je dat een beetje bijhoudt is dat ook gewoon prima te doen! Ook weer zo’n dingetje waarvan je dacht nooit aan te zullen wennen.

Nu we er een paar dagen zijn en we ons er steeds beter in weten te nestelen, blijkt het een prima oplossing! Goed bed, lekkere luie bank, alles bij de hand en ook qua poetsen zo klaar! Kindjes en vrienden (relatief) dichtbij.  En wat natuurlijk toch ook een prettig vooruitzicht is, is de ruimte die we over een tijdje weer hebben. Dus het lijkt erop dat het kan: je op twee plaatsen thuis voelen. Je moet er alleen over nadenken als je zegt: ‘Ik ga naar huis’, waar je het dan over hebt. Misschien moeten we er een tweede term voor bedenken. Zoals:  ‘We gaan naar Chez Nous.’  En dat is dan duidelijk, toch?


Wat natuurlijk het allerleukst is: het huisje verhuren we als we er zelf niet zijn. Wil je ook eens ervaren hoe (relaxt) het is in zo’n tiny house te wonen? Op www.destolp.com/hetbakhuusje vind je alle informatie. Ook op FB https://www.facebook.com/hetbakhuusje/  


vrijdag 9 maart 2018

Een maand later







We hebben een brievenbus, dus we bestaan. Vandaag heeft Dirk hem geplaatst onder aan ons weggetje. Nu heeft de dagelijkse wandeling Een Doel. Wat ook leuk is van zo’n brievenbus, je kunt je eigen post erin leggen en dan neemt de postbode (die ook op maandag komt) de post mee.  En dan maar hopen dat we gewoon nog eens post krijgen, behalve van de Crédit Agricole, de bank waar we een rekening hebben en Catharine je een bestraffend mailtje stuurt als je een beetje rood staat! Inmiddels heb ik de codes om te telebankieren per brief ontvangen, dus hoeft ze me nu geen mailtjes meer te sturen.



Vorige week zijn we naar de Mairie geweest om ons voor te stellen als (min of meer en voorlopig) nieuwe inwoners van Verneusses. De burgemeester bekeek ons aanvankelijk licht argwanend en deed aldoor heel belangrijk op z’n tamelijk voorwereldlijke mobiel, maar de secretaresse en een andere aanwezige waren heel hartelijk. ‘Problemen met de verwarming?’ vroeg de meneer die wij niet kenden. Hij had de plombier naar ons toe zien rijden. En dan woon je dus behoorlijk afgelegen, denk je.

 We hadden, godbetert, ministroopwafels meegenomen. Ik vond het wel van een héél hoog ‘Ikvertrek’ gehalte maar om nu een Unox rookworst aan te bieden ging ook wat ver en andere lekkernijen uit onze heimweepakketten eten we liever zelf op of vergen teveel uitleg.  Halverwege het gesprek waar hij geen deel aan nam legde de burgemeester zijn mobiel neer, zette zijn tanden in het plastic zakje, scheurde het open en begon de wafeltjes uit te delen. Ze vonden ze erg lekker, zeiden ze.

Op een A4tje schreven we onze namen, geboortedata en andere gegevens. Frankrijk, het land dat Napoleon voortbracht die regelde dat iedereen nu een achternaam heeft, kent geen officieel bevolkingsregister. Zo’n lijstje is meer bedoeld om als er eens iets is alle inwoners te kunnen mobiliseren. We konden ons ook inschrijven voor de Europese verkiezingen, maar omdat die er toch niet zijn binnenkort hebben we daarvan afgezien. We hebben wel een milieupas gekregen, daarmee kunnen we op maar liefst dertien afvalstraten terecht. Heel handig en een heel stuk beter geregeld dan in NL, waar we in Deventer nog maar 100 kilo mogen wegbrengen. 

De burgemeester heeft het nogal eens aan de stok met mijn broer die in de gemeenteraad zit en al zijn leuke plannen het dorp iets van nieuw leven in te blazen of de natuur een handje te helpen ziet stranden op halsstarrig conservatisme. Inmiddels zijn we Monsieur le Maire al een paar keer tegengekomen, want hij woont bij ons ‘in de straat.’ Hij is dan heel vriendelijk. Toch maar weer twee nieuwe inwoners erbij, in het leeglopende dorp.



En verder, tja. Wat kun je ervan zeggen? Al deze dingen maken wel dat we dus niet meer op vakantie zijn in dit huis – voor zover we dat vroeger waren, want ook toen was er altijd wel iets te doen. We zijn naar een andere NL boer in Gâprée geweest om 'Natuurlijk Normandië' te brengen. Hij maakt kaas, héle lekkere Goudse kaas, een 100% Normandisch product.  En daar bleek weer een andere Nederlander te werken die hier met zijn gezin in de buurt woont. Vanmiddag ga ik met een stel Franse vrouwen iets creatiefs doen en ondertussen naar een verhalenvertelster luisteren. Een boeiende combinatie. Zondag is er weer ergens een apéro waar we voor uitgenodigd zijn. Dus met de sociale contacten komt het wel goed.

Natuurlijk missen we onze kinderen en kleinkinderen en mis ik Steekje Loos op woensdagochtend. D. heeft er al een klus op zitten bij B®oer en er is daar, evenals hier, nog genoeg voor hem te doen. Ook ik vermaak me tot op heden prima. Al een paar keer lekker in de tuin aan het werk geweest en dan staat vooral de maat van de tuin me bijzonder aan. Even een paar uur en dan is het klaar! En de rust. Geen herrie. Je hoort heus wel eens verkeer en natuurlijk landbouwmachines, maar het is niet storend.

De eerste, koude en soms nare maand hebben we goed doorstaan. We kijken ernaar uit om vanaf de 16de weer een paar weken in NL te zijn. Om iedereen te zien en te spreken en natuurlijk: te knuffelen.

17 maart om 14.00 uur 's middags presenteren drie Bathmense schrijfsters hun boek(en) in de spiksplinternieuwe bibliotheek! Mieke Zomer ('Dieren, sprekend als mensen'), Babette van Meggelen ('Bijzondere momenten uit mijn theaterleven') en ik vertel over: 'Wat er gebeurt',  'Zeven dagen in juli' en 'Natuurlijk Normandië. Uiteraard bestaat er de mogelijkheid een boek te kopen & dan krijg je de handtekening er gratis bij! 

vrijdag 2 maart 2018

En wat heb je vandaag weer geleerd



We hebben Gaston en Eugenie uitgenodigd voor de zondagse middagmaaltijd en voor de zekerheid B(r)oer en Steph ook. We gaan racletten: dat is kaas in bakjes leggen, in het gourmetstel schuiven, laten smelten en dan uitgieten over in de schil gekookte aardappels. Daarbij serveer je rauwe ham, de kneiterzure Franse cornichons (augurkjes) en misschien nog wat groentetjes (dat weet ik niet zeker, maar ik heb dat maar wel gedaan). Bij de uitnodiging heeft Eugenie aangeboden het toetje te verzorgen. Het is gebruikelijk dat als je ergens wordt uitgenodigd te eten je ofwel een voor- ofwel een nagerecht meeneemt. En doorgaans ook een fles wijn. Een zeer prettig gebruik, naar mijn mening, het scheelt een hoop werk (en drank)! S. neemt het voorgerecht mee, geraspte wortel met walnoten. Is lekkerder dan het klinkt.

De visite komt en dan gaan we eerst een uurtje aan het apéro. Lekkere hapjes en drankjes naar keuze en ook bakjes pinda’s en andere nootjes, natuurlijk de in dunne plakjes gesneden droge worst, tot zover alles prima.

Vervolgens gaan we aan tafel. Bij de maaltijd wordt naar believen rode of witte wijn en water geschonken, gelukkig hebben we dat in ruime mate op voorraad. Het gesprek verloopt geanimeerd, iedereen eet met smaak, de rookmelder gaat af omdat het soms wel even heel hard gaat op die gourmetplaat (daarop worden uien, rauwe ham en paprika gebakken). Nu zit je best snel vol van zo’n vette hap en dan volgt daarna ook nog de stevige chocolademousse van Eugenie. B(r)oer doceert dat daar eigenlijk een paar dunne, kleine koekjes bij geserveerd horen. Die had Eugenie zelf mee moeten nemen, omdat zij het toetje verzorgt, maar zij had ze niet in huis en wij ook niet. Dus hier treft ons geen blaam. Maar verder wordt het wel even lastig. Want wat voor drankje serveren we bij het toetje? We denken pommeau, de zoete Normandische appelport. Oef, dat is helemaal fout, pommeau is een apéritief, geen drankje voor bij het dessert. Daar hoort iets luchtigs met bubbels bij. Gelukkig hebben we nog een fles Crémant de Limoux in de kast, perfect op temperatuur. Juichend wordt de fles geopend. Die in je mond knappende belletjes smaken inderdaad heerlijk bij de mousse. Hierna volgt de koffie, en daar mag dan weer een glaasje (maar dan ook eigenlijk maar een paar drupjes) Calvados bij. We vragen wat het woord ‘inburgeren’ in het Frans is. ’s Intégrer lijkt er het meest in de buurt te komen.

Zo tegen half vijf zit de maaltijd erop. Iedereen lijkt tevreden en voldaan en vertrekt zwaaiend. De rest van het toetje mogen we houden, de schaal komt wel een keer. Ik ga een half uurtje lopen, de boel laten zakken. De honden hebben de reebok van laatst nu wel in de gaten en vliegen er met een nooit eerder geziene snelheid achteraan. In de verte hoor ik een paar doffe knallen. De honden komen terug. Ze hijgen niet eens. Weer thuis drink ik een lekker kopje Pittig Lekker. Of dat Frans is weet ik niet, maar integreren, prima, met behoud van eigen thee. En beschuit. En muntdrop. En zo nog wat dingen. Want volledig integreren is een illusie, maar daarover een volgende keer meer.





Een jaar op proef

Een jaar in Normandië -slot-

Weer terug in La Noblet na bijna zes weken Nederland voelt als thuiskomen. Net zoals het voelt als we in Nederland in ons Bak...