We hebben Gaston en Eugenie uitgenodigd voor de zondagse
middagmaaltijd en voor de zekerheid B(r)oer en Steph ook. We gaan racletten: dat is
kaas in bakjes leggen, in het gourmetstel schuiven, laten smelten en dan
uitgieten over in de schil gekookte aardappels. Daarbij serveer je rauwe ham,
de kneiterzure Franse cornichons
(augurkjes) en misschien nog wat groentetjes (dat weet ik niet zeker, maar ik heb dat maar wel gedaan). Bij de
uitnodiging heeft Eugenie aangeboden het toetje te verzorgen. Het is
gebruikelijk dat als je ergens wordt uitgenodigd te eten je ofwel een voor-
ofwel een nagerecht meeneemt. En doorgaans ook een fles wijn. Een zeer prettig
gebruik, naar mijn mening, het scheelt een hoop werk (en drank)! S. neemt het
voorgerecht mee, geraspte wortel met walnoten. Is lekkerder dan het klinkt.
De visite komt en dan gaan we eerst een uurtje aan het
apéro. Lekkere hapjes en drankjes naar keuze en ook bakjes pinda’s en andere
nootjes, natuurlijk de in dunne plakjes gesneden droge worst, tot zover alles
prima.
Vervolgens gaan we aan tafel. Bij de maaltijd wordt naar
believen rode of witte wijn en water geschonken, gelukkig hebben we dat in ruime mate op
voorraad. Het gesprek verloopt geanimeerd, iedereen eet met smaak, de
rookmelder gaat af omdat het soms wel even heel hard gaat op die gourmetplaat
(daarop worden uien, rauwe ham en paprika gebakken). Nu zit je best snel vol
van zo’n vette hap en dan volgt daarna ook nog de stevige chocolademousse van Eugenie. B(r)oer doceert dat daar eigenlijk een paar dunne, kleine koekjes bij geserveerd
horen. Die had Eugenie zelf mee moeten nemen, omdat zij het toetje verzorgt,
maar zij had ze niet in huis en wij ook niet. Dus hier treft ons geen blaam.
Maar verder wordt het wel even lastig. Want wat voor drankje serveren we bij
het toetje? We denken pommeau, de zoete Normandische appelport. Oef, dat is
helemaal fout, pommeau is een apéritief, geen drankje voor bij het dessert.
Daar hoort iets luchtigs met bubbels bij. Gelukkig hebben we nog een fles
Crémant de Limoux in de kast, perfect op temperatuur. Juichend wordt de fles
geopend. Die in je mond knappende belletjes smaken inderdaad heerlijk bij de
mousse. Hierna volgt de koffie, en daar mag dan weer een glaasje (maar dan ook
eigenlijk maar een paar drupjes) Calvados bij. We vragen wat het woord
‘inburgeren’ in het Frans is. ’s Intégrer lijkt er het meest in de buurt te komen.
Zo tegen half vijf zit de maaltijd erop. Iedereen lijkt
tevreden en voldaan en vertrekt zwaaiend. De rest van het toetje mogen we
houden, de schaal komt wel een keer. Ik ga een half uurtje lopen, de boel laten
zakken. De honden hebben de reebok van laatst nu wel in de gaten en vliegen er
met een nooit eerder geziene snelheid achteraan. In de verte hoor ik een paar
doffe knallen. De honden komen terug. Ze hijgen niet eens. Weer thuis drink ik
een lekker kopje Pittig Lekker. Of dat Frans is weet ik niet, maar integreren,
prima, met behoud van eigen thee. En beschuit. En muntdrop. En zo nog wat
dingen. Want volledig integreren is een illusie, maar daarover een volgende
keer meer.
Wat een gezelligheid weer. Zo herkenbaar. Als wij in Les Trois Ponts zijn maken wij dat ook altijd mee. Buren en vrienden die uitgenodigd worden en allerlei heerlijke dingen meenemen. Tot ingemaakt fruit en jammetjes toe, Geniet maar van zoveel warmte.
BeantwoordenVerwijderenGroet.
Lukt prima!
BeantwoordenVerwijderen