Vorige
week zijn we naar de Mairie geweest
om ons voor te stellen als (min of meer en voorlopig) nieuwe inwoners van Verneusses.
De burgemeester bekeek ons aanvankelijk licht argwanend en deed aldoor heel
belangrijk op z’n tamelijk voorwereldlijke mobiel, maar de secretaresse en een
andere aanwezige waren heel hartelijk. ‘Problemen met de verwarming?’ vroeg de
meneer die wij niet kenden. Hij had de plombier naar ons toe zien rijden. En
dan woon je dus behoorlijk afgelegen, denk je.
We
hadden, godbetert, ministroopwafels meegenomen. Ik vond het wel van een héél
hoog ‘Ikvertrek’ gehalte maar om nu een Unox rookworst aan te bieden ging ook
wat ver en andere lekkernijen uit onze heimweepakketten eten we liever zelf op
of vergen teveel uitleg. Halverwege het
gesprek waar hij geen deel aan nam legde de burgemeester zijn mobiel neer, zette
zijn tanden in het plastic zakje, scheurde het open en begon de wafeltjes uit
te delen. Ze vonden ze erg lekker, zeiden ze.
Op
een A4tje schreven we onze namen, geboortedata en andere gegevens. Frankrijk,
het land dat Napoleon voortbracht die regelde dat iedereen nu een achternaam
heeft, kent geen officieel bevolkingsregister. Zo’n lijstje is meer bedoeld om
als er eens iets is alle inwoners te kunnen mobiliseren. We konden ons ook
inschrijven voor de Europese verkiezingen, maar omdat die er toch niet zijn
binnenkort hebben we daarvan afgezien. We hebben wel een milieupas gekregen,
daarmee kunnen we op maar liefst dertien afvalstraten terecht. Heel handig en
een heel stuk beter geregeld dan in NL, waar we in Deventer nog maar 100 kilo
mogen wegbrengen.
De
burgemeester heeft het nogal eens aan de stok met mijn broer die in de
gemeenteraad zit en al zijn leuke plannen het dorp iets van nieuw leven
in te blazen of de natuur een handje te helpen ziet stranden op halsstarrig conservatisme. Inmiddels zijn we
Monsieur le Maire al een paar keer tegengekomen, want hij woont bij ons ‘in de
straat.’ Hij is dan heel vriendelijk. Toch maar weer twee nieuwe inwoners
erbij, in het leeglopende dorp.
En
verder, tja. Wat kun je ervan zeggen? Al deze dingen maken wel dat we dus niet
meer op vakantie zijn in dit huis – voor zover we dat vroeger waren, want ook
toen was er altijd wel iets te doen. We zijn naar een andere NL boer in Gâprée geweest om 'Natuurlijk Normandië' te brengen. Hij maakt kaas, héle lekkere Goudse kaas, een 100% Normandisch product. En daar bleek weer een andere Nederlander te werken die hier met zijn gezin in de buurt woont. Vanmiddag ga ik met een stel Franse vrouwen iets creatiefs doen en ondertussen naar een verhalenvertelster luisteren. Een boeiende combinatie. Zondag is er weer ergens een apéro waar we voor uitgenodigd zijn. Dus met de sociale contacten komt het wel goed.
Natuurlijk missen we onze kinderen en
kleinkinderen en mis ik Steekje Loos op woensdagochtend. D. heeft er al een klus op zitten bij B®oer en er is daar,
evenals hier, nog genoeg voor hem te doen. Ook ik vermaak me tot op heden
prima. Al een paar keer lekker in de tuin aan het werk geweest en dan staat vooral de
maat van de tuin me bijzonder aan. Even een paar uur en dan is het klaar! En de
rust. Geen herrie. Je hoort heus wel eens verkeer en natuurlijk
landbouwmachines, maar het is niet storend.
De
eerste, koude en soms nare maand hebben we goed doorstaan. We kijken ernaar uit
om vanaf de 16de weer een paar weken in NL te zijn. Om iedereen te
zien en te spreken en natuurlijk: te knuffelen.
Wat een heerlijk verhaal weer. En ook weer herkenbaar.
BeantwoordenVerwijderenGaat het goed met Dirk?
En voor straks een goede reis en een fijne (knuffel) tijd in Pay Bas
P.s.
Er ging iets fout dus ik weet niet of mijn reactie er nu 2x opkomt :-)