maandag 30 juli 2018

Om een boodschap





‘Een paar moertjes, 10 mm, kleine verpakking.’ Ik lees de Whatsapp net als ik in de auto zit om weer huiswaarts te gaan na de boodschappen. Op zich houd ik erg van een bezoekje aan de Nuttige Dingenwinkel Emeraude, waar ik op dit moment het dichtste bij ben, maar tegelijkertijd had ik dit bericht liever niet gelezen. Want ik vrees dit soort opdrachten. En ik krijg gelijk.

Ik sta voor het meterslange boutjes- en moertjes rek. Gegalvaniseerd? Zink? Kunststof? Zwart?  Die 10 mm, is dat de buitenmaat of die van het gat? Wat is een kleine verpakking? Ik zie ze van 500, van 50, maar je kunt ze ook per stuk kopen. En wat bedoelt hij dan met ‘een paar?’ Toch geen twee? Ik bel. Er wordt, ik had eigenlijk al niet anders verwacht, niet opgenomen. Mijn Hoofd Werkplaats is altijd mobieler dan zijn telefoon. Zal ik dan maar de gok wagen en een paar verschillende meenemen? Ik bedoel, ruim 20 km rijd je ook niet even um sonst heen en weer. En aan de andere kant……hoe vaak ben ik al niet weggestuurd met vage aanwijzingen en ‘dat vind je zo’? Koperen buis: 10, 12, 15 mm? Hoe lang? Wandcontactdozen: opbouw, inbouw, geaard? Elektriciteitsmateriaal in het algemeen: verdeeldozen met aansluitingen bovenin? Zijkant? Boven- of onder in de zijkant? En dat was dan in de tijd dat onderling mobiel bellen in het buitenland een godsvermogen kostte dus dan ging je smssen. En vervolgens wachten op het antwoord. Buiten op de stoep, want meestal had je binnen niet eens bereik. Stond je daar vreemd aangekeken te worden bij de uitgang van zo’n Nuttige Dingenwinkel.  Wij waren indertijd gezegend met zeker vijf Brico’s en Gédimats binnen een straal van 25 km, wat inhoudt: niet veel dichterbij.

Ik heb wel eens gespijbeld. Ging ik op een terrasje zitten en de krant lezen en doen alsof ik een gewone toerist was, niet een boodschapper op een schier onuitvoerbare queeste.

Eén ding wil ik je als mogelijk potentiële huiseigenaar in Frankrijk meegeven: haal je materiaal bij één en dezelfde zaak. Want als je het verkeerde meebrengt, of te veel, heb je soms geen idee meer waar je de spullen vandaan gehaald hebt.  Zo liggen er hier op zolder nog wel wat overtollige kabelgoten, VD draad en vooral veel verkeerde zakken gips. Dit allemaal overpeinsd hebbende verlaat ik de winkel zonder iets gekocht te hebben. Wat een unicum mag heten.  

Eenmaal thuis vraagt hij of ik die moeren nog meegenomen heb. ‘Gut, dat las ik net toen ik al bijna weer thuis was.’
‘O, gelukkig,’ zegtie. ‘B(r)oer had er nog honderden. Ik heb er een paar van hem meegenomen.’ Hij opent zijn hand en daar liggen ze. Gegalvaniseerd, gat 10 mm. Geen paar, acht. 






zondag 22 juli 2018

Meeleven






Omdat alleen daar Wifi is zit ik op het terras van de camping achter mijn laptop. Er is altijd wel iets dat ik niet kan laten wachten – voor mijn eigen gemoedsrust. Het terras is leeg maar aan de tafel naast mij schuift een meneer aan nadat hij zijn bestelling heeft doorgegeven in vlekkeloos Frans. Ik schat hem tweede helft zestig.  Ik ben aan mijn laptop gekluisterd en lichtelijk verrast als de meneer zijn klingelende telefoon ter hand neemt en er in het Nederlands tegen begint te praten.

Eerst komt er een kleindochter aan het woord. Het contact verloopt wat moeizaam want ze praten steeds precies tegelijkertijd. Het gaat over afzwemmen en hoe het op school was.

‘Gaat het allemaal?’ Dochter heeft een snik in haar stem.’ We zorgen goed voor de bloemen hoor, gisteren heb ik er nog een vers boeket op gelegd. Er zijn nog zoveel bloemen!’ Pa reageert omzichtig dankbaar, gaat niet in op de tranen. Natuurlijk is het direct duidelijk waar het hier over gaat. Meneer is alleen en voor het eerst zonder mama op vakantie met de caravan. ‘Ik heb gevraagd of ik morgen een andere plek mag, die ik nu heb is teveel in de schaduw, een beetje somber.’ En:

‘Tja, het is wel raar hoor. Overal waar ik kom ben ik met haar geweest. Ik moet het steeds vertellen. Iedereen is geschokt. Vorig jaar was ze er nog bij! Maar verder gaat het z’n gangetje hoor. Ik geef ’s avonds mijn gegevens door, net als altijd.’ Ik tik driftig een antwoord op een email en denk dat het vast een campingcontroleur is, deze meneer. Van de ANWB of de ACSI. Leuk baantje, je bent het hele seizoen op vakantie! Er wordt ingezoomd op schoonzoon, die ook wat roept. Er komt nog een ander kleinkind aan het woord. En opeens vind ik het heel vervelend, zo ongevraagd opgenomen te worden in het leven van een volstrekt vreemde. Waarom gaat die man zo dicht naast me zitten? Het héle terras is leeg! Waarom loopt hij niet een eindje weg? Nu móet ik er straks wel iets van zeggen, als het gesprek is afgelopen. Het is toch raar als ik dat niet doe – hij weet nl inmiddels dat ik ook Nederlandse ben want manlief is aangeschoven met een biertje voor hem en een rosé voor mij.

Natuurlijk raken we met elkaar in gesprek nadat hij zijn Facetime sessie beëindigd heeft. Natuurlijk voelen we mee met zijn verlies. Natuurlijk blijkt hij campingcontroleur te zijn ('Ik kom altijd onaangekondigd'). Maar ik blijf het niet natuurlijk vinden dat mensen hun hele hebben en houden op een Frans terras ten gehore brengen. Alsjeblieft. Laat dat.


Een jaar op proef

Een jaar in Normandië -slot-

Weer terug in La Noblet na bijna zes weken Nederland voelt als thuiskomen. Net zoals het voelt als we in Nederland in ons Bak...