vrijdag 30 november 2018

November



We hebben de postbode te weinig fooi gegeven. Ze kwam naar ons toerijden over de Eigen Weg (de Impasse eindigt bij de brievenbus onderaan de helling) met een pakketje voor D.  van zijn favoriete webwinkel en een kalender voor 2019. We wisten niet zo gauw wat de bedoeling was en hadden ook nauwelijks contant geld in huis, dus we gaven alles wat we hadden. Daarna voor de zekerheid even B(r)oer gebeld, 5 euro was niet genoeg, we hadden een tientje moeten geven. Nu morgen maar even snel naar de muur, want de vuilnismannen en de brandweer komen ook nog. Aan kalenders voor 2019 geen gebrek….Die van La Poste is voorzien van recepten en moppen. Vooral dat laatste vinden we erg grappig. ‘Kan ik die jurk in de etalage passen?’ ‘Wilt u niet liever in een pashokje?’ Dat niveau. Voor ons buitenlanders in ieder geval best te begrijpen. Het recept van een crème brulée van witlof is aan mij niet besteed. Sommige dingen moet je niet willen.  Pizzapannenkoeken, hartige muffins, met blauwe kaas gevulde soesjes: nee.

En verder is het nu echt november. Een staartje orkaan gierde om het huis. Vanmiddag trok ik er op uit met de honden en vond zomaar een nieuwe rondwandeling. Dat kwam vooral ook omdat ik niet dezelfde weg terug durfde omdat er opeens een brullende stier in een weiland aan kwam rennen en ik er niet van overtuigd ben dat het schrikdraad rond B(r)oers land overal onder voldoende stroom staat. En ik draag een rood windjack. Dus moest ik een kaal stuk prairie overbruggen met rechts mosterd (dat lijkt op koolzaad maar het bloeit nu) en links graan, naar het dorp.  Van daaruit vond ik een nieuwe route terug. De honden genoten. Moeiteloos liggen ze uren voor de kachel en zijn dan zonder ons niet naar buiten te krijgen, maar als er gewandeld wordt staan ze vooraan.

Zondag maakten we met een deel van de familie na de lunch een wandeling door een uitgestrekt bosgebied in de buurt van Falaise. Daar werden we gehinderd door jagers en moesten terugkeren. M. mopperde dat ze borden hadden moeten neerzetten met ‘Chasse en cours.’ Dat jagers in Frankrijk veel te veel macht hebben. Ik houd me meestal wat op de vlakte bij dit soort allochtone zaken, maar als ze het zelf zeggen mag ik het wel beamen. Moeilijker wordt het bij de discussies over de gilets jaune, de gele vestjes. Vrijdagmiddag werden we staande gehouden op de rotonde bij Bernay, er hing een gemoedelijke sfeer maar het zag eruit als oorlog, overal stinkende vuurtjes, versperringen opgeworpen met pallets en autobanden. Heel opportunistisch hadden we een vestje op het dashboard gelegd, zodat D. op tijd op drumles kwam. 




Verder kabbelt het bestaan gewoon voort. We hebben heel veel gesnoeid in de coniferenhagen en daarbij flink vuur gestookt. Het was weer een gevecht tussen mens en braam. Ik trok slierten van zeker 20 meter uit de bomen. Meestal met m’n ogen dicht, want ze vechten terug, die bramen. Heel bevredigend om ze dan in vlammen op te zien gaan. We houden ons warm met onze houtkachels en het hout dat we nu in de houtkast hebben opgestapeld is, denk ik, voor de vijfde keer door onze handen gegaan. 

Geen Sinterklaas, maar Kerst piept hier al aan alle kanten om de deur.  Die dingen, dat mis je dan toch, de gretige snoetjes van de kleinkinderen….maar ja. Ik bak speculaas en pepernoten. Over een paar weken zien én voelen we ze weer live, kleinzoon zwaait naar de telefoon en roept oma, dus hij weet wie ik ben! Het kostte even moeite, maar ik vond bij de Carrefour een doos om wat cadeautjes in te stoppen. Vandaag bracht ik het pakketje naar de post en onderhield de beambte aldaar over het feit dat we een nieuw adres hebben maar dat de bezorgdiensten, op dat lokale postbode na, dat nog niet weten. Stralend antwoordde ze dat ze dat op z’n vroegst volgend jaar verwachtte. En dat ik ook allebei de adressen als afzender kon gebruiken, net zo makkelijk.  




Op de terugweg kwam ik onze factrice tegen. Met een brede glimlach zwaaide ze naar me. Ik zet een zakje speculaasbrokken  met nog een extraatje klaar in de brievenbus. Over tien nachtjes slapen is D. jarig en dan stuurt iemand hem vast wel een kaartje, desnoods doe ik dat zelf. Dan kan zij haar cadeautje gelijk meenemen en zijn er weer drie mensen blij!



Nog iets leuks om te lezen: 




woensdag 14 november 2018

Herfst, bijvoorbeeld






Mijn eigen meteoroloog heeft diverse apps op z’n telefoon waarmee hij het weer goed in de gaten kan houden. Graag ziet hij het grote geheel, dus de oceaandepressies en de orkanen en al wat niet meer loert op ons dagelijks welbevinden. Zodoende is het weer ook een dagelijks terugkerend onderwerp. ’s Ochtends bij het ontwaken kunnen we door de dunne gordijnen al zien wat voor weer het op dat moment is. Het huis staat met de voorzijde op het oosten, dus daar zie je de zon, als hij er is, al schijnen. Dat helpt bij het opstaan. We hebben nog maar weinig druilerige dagen gehad, dagen waarin het zonneraam en het raam op het oosten identiek van lichtinval – of eigenlijk de afwezigheid daarvan – zijn. Dan kan het zijn dat we ons nog een keertje omdraaien.

Ook B(r)oer heeft het als weersafhankelijke agrariër natuurlijk erg druk met het weer. Het deugt eigenlijk nooit, de laatste jaren. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat dat in mijn waarneming ook gold voor alle voorafgaande jaren. Kou en warmte op het verkeerde tijdstip, om van de grote droogte deze lange zomer maar niet te spreken. Inmiddels is het november en ploegt en zaait hij tegelijkertijd een mengsel van granen en grassen in om het onkruid in het voorjaar voor te zijn. Ik ben benieuwd of dat zo werkt. Mijn ervaring met onkruid is dat het sneller groeit dan wat en wanneer ook.

Hoe dan ook, de herfst in dit stukje Frankrijk is mij zeer dierbaar. Er is steeds zoveel te genieten van al die kleuren en het licht! Zeker tegen het vallen van de avond wisselt het beeld dat ik zie als ik uit het raam kijk per minuut. Het is adembenemend. Vaak probeer ik het te vangen met mijn camera,  maar dat wil maar matig lukken. Heel zelden komt er iets van een plaatje dat de werkelijkheid benadert. Dat komt ook omdat je er maar een fractie van op beeld kunt zetten, alles wat links, rechts en achter je is maakt ook deel uit van het beeld dat niet op de foto staat.


Maar goed, nu is het nog fraai, vanmorgen dronken we buiten koffie in het zonnetje. Vanmiddag maaide ik het gras. Daarna gingen we een wandeling maken in het dal bij Montreuil l’Argillé. De wandeling begint bij een uitgestorven, te koop staande forellenkwekerij. De netten hingen doelloos boven de lege bassins. De werkelijke beek loopt een eind verderop langs deze aftakking. Ook in dit water zagen we geen forellen. Natuurlijk dachten we allebei dat dat kwam van het glyfosaat, maar we zeiden niks tegen elkaar. Het was een mooi pad en in de zon dwarrelden de bladeren bedaard naar beneden. We gingen dezelfde weg terug, die niet hetzelfde is want je ziet alles van een andere kant. In het doodstille dorp stonden we bij een huis naast de kwekerij te kijken, dat ook verlaten leek, ondanks enkele spiksplinternieuwe details als een foeilelijke stalen voordeur en een paar raamkozijnen. Er naderde een mager mannetje in een bonte trainingsbroek en met veel te grote rubber laarzen aan. Hij raakte in gesprek met D. Op hoge toon deelde hij mee dat hij ons niets kon vertellen over dit pand, want hij was niet van hier. Om zeker te weten dat we dat goed begrepen herhaalde hij dat enkele keren. Hij kwam dicht bij D. staan die voorzichtig een paar stapjes achteruit deed, met zijn gezicht uit de wind.  Verderop naderde een al net zo kleurrijke figuur met een hoofd waar aan alle kanten haar uitstak. Híj zou het wel weten, hij was van hier. Hij schudde ons de hand. Er waren geen forellen omdat het winter was. In de winter zijn er geen forellen. Wij vroegen niet waar ze dan wel zijn, want het leek een plausibele verklaring. Het kleine mannetje was het er niet mee eens, met dat ‘winter.’ ‘C’est automne! Pas hiver!’ Hij werd er een beetje boos van en bleef die woorden herhalen, ook toen we al ‘au revoir’ hadden gezegd en naar de auto liepen. Het was een hele geruststelling een gewone mevrouw met haar net gepermanente kapsel uit de kapsalon te zien komen. Lila, dat dan weer wel.

Het was weer een bijzondere dag waarop de zon stralend onderging. De geraniums bloeien nog steeds. Ik begin wel een beetje genoeg van ze te krijgen en ik ga ze volgende week opruimen, net zoals ik me vorige week al had voorgenomen.
 

 

 

dinsdag 6 november 2018

Weekendje Lille








Op zondagochtend lopen we al voor half tien door een uitgestorven Lille. Niet bepaald ‘a city that never sleeps,’ wel een stad die ons al bij aankomst op vrijdagmiddag heeft omarmd en voor zich heeft ingenomen.

We hebben er al heel wat kilometers slenteren en wandelen op zitten, sinds vrijdagmiddag. Op een straathoek staan drie dertigers een stevig gesprek te voeren. We vangen één zin op, omdat die met overtuiging en overredingskracht wordt uitgesproken: ‘L’importance, c’est dans le détail’. We kijken om ons heen. Deze zin ‘het allerbelangrijkst zit ‘m in de details,’ zegt eigenlijk precies waar het hier in Lille – en eigenlijk overal - om draait. De tegelplateautjes op de gevels die verder geen enkel doel dienen dan een gebouw op te leuken, de voetenschraper bij de ingang van een woonhuis, het bladgouden fliepeltje op het kunstzinnige gebak bij Meert, de perfect afgewerkte hotelkamer, de fraai gerestaureerde gebouwen op de grote schone pleinen, de brede grijns van herkenning op het gezicht van de ober in wiens etablissement we voor de tweede keer komen eten. Het is echt een stad die zichzelf na jarenlang verval opnieuw heeft uitgevonden en dat met verve voortzet. Bijzonder is dat nagenoeg het hele centrum ook voor gemotoriseerd verkeer toegankelijk is maar de voetganger altijd voorrang heeft. En ook probleemloos krijgt!




Het gebied rond de Citadel is helemaal opgeknapt en biedt onderdak aan een dierentuin en een klein pretpark waar het op de laatste vrijdagmiddag van de vakantie een drukte van belang is. In de late herfstmiddag is het een mooie wandeling, die we later nog voortzetten langs een van de fraaie Avenues die Lille rijk is. 

Met de tram reizen we de volgende dag naar Roubaix. Ook hier prachtige woonhuizen, een fraai park en maar liefst vier bloemetjes in het kader van de Ville Fleurie voor de stad. Op zoek naar ‘La Piscine’ lopen we waarschijnlijk wel weer een paar kilometer om, want de in Ch’ti frans uitgeduide route van een metrobeambte hebben we niet zo goed begrepen, maar dat is helemaal niet erg, de zon schijnt, ook hier is moois te zien. We staan een tijdje in de rij voor het museum dat onlangs weer is heropend na een verbouwing. In een voormalig zwembad etaleert Roubaix zichzelf, zijn kunstenaars maar ook vele anderen en toont mode en stoffen uit het rijke verleden van de stad. Nog steeds is het zwembad gevuld met water en kun je door de kleedhokjes wandelen. Er zijn opstellingen met lades die je kunt openmaken en waar je aan de inhoud ervan mag voelen. Bij de entree stagneert het nogal omdat er bij de garderobe ook ipads en audioguides worden uitgegeven en weer ingenomen en het is een beetje teveel voor het aanwezige personeel: als wij na twee-en-half uur uitgekeken zijn staat er een rij tot buiten het museumterrein. We lopen naar het fraaie station en keren met de bestuurdersloze metro terug in Lille.








Daar ontmoeten we twee van mijn nichtjes in weer zo’n gezellig etablissement. In de Rue Esquermoise bevinden zich talloze speciaalzaken met vooral veel chocolat en taartjes, in Vieux Lille is het verder goed toeven in de Rue de Gand met talloze restaurants, waar onder het no nonsense restaurant La Connivence met stevige lokale kost zoals Welsh: een ovenschaaltje met mosterd besmeerd witbrood, daaroverheen een plak ham, dan een laag cheddar óf Maroilles en tot slot een gebakken ei. Met home made frites erbij is dat een maaltijd die je jezelf best mag gunnen na een dag wandelen!

Natuurlijk heeft ook een stad als Lille te kampen met mensen die langs de zelfkant naar beneden glijden. Als ik op zondagmiddag zit te wachten op mijn trein vanaf station Lille Flandres danst een strak in het pak zittende man ‘hakuna matata’ zingend door de wachtende reizigers. Als de spoorwegbewaking ingrijpt gaat hij de politie bellen. In de stad zelf zijn veel bedelaars, ook hele jonge. Dat schijnt nu eenmaal onontkoombaar. Ze horen bij het stadsleven, net als de grote betonblokken die de toegang tot kwetsbare delen van de stad beschermen. 





                                                                                                                             

foto Diana
Als we tot slot en besluit op de markt in Wazemmes met leuke jurkjes voor weinig terugkomen is dat natuurlijk helemaal top. We hebben een eigenlijk onverwacht fantastisch weekend achter de rug. Goed weer was zeker een belangrijke factor, maar deze keer niet de belangrijkste. Lille, au revoir!



Een jaar op proef

Een jaar in Normandië -slot-

Weer terug in La Noblet na bijna zes weken Nederland voelt als thuiskomen. Net zoals het voelt als we in Nederland in ons Bak...