zondag 3 juni 2018

Kamperen I


We verblijven op een camping in het zuiden van Frankrijk. We treffen het: in heel Europa boven de Seine is het prachtig weer, wij hebben zeker eerder deze week mogen ervaren dat onze tent écht waterdicht is. Ook als het met bakken…etc.  We hebben de tent vorig jaar gekocht, Man wil niet aan een (eigenlijk ‘de’, want we hebben er één) caravan sleuren en bovendien kun je zonder aanhanger sneller in het zuiden zijn, daar waar het altijd mooi weer is. Vorig jaar testten we onze tent in september in hetzelfde gebied, de Gard, en maakten we een paar pittig koude nachten mee. Nu is ons slaapgenot aanmerkelijk verbeterd met luchtbedden mét een dekmatras erop. De nachten zijn ook iets minder koud. Maar goed. Het blijft kamperen. En regenen.  Dus soms moet ik mezelf er even aan herinneren waarom ik het ook weer zo leuk vind.

 We staan dan wel een beetje in een hoekje maar ik moet toch zeker twee keer per dag met de honden de camping over en dan is er genoeg te zien. Natuurlijk zijn er de stellen zoals wij, maar zij hebben wel een caravan en zitten onder de luifel in de nieuwste campingstoelen naast elkaar, tafeltje ertussen. De een vult een puzzelboekje in en de ander leest. Soms gaan ze fietsen en ’s middags staat de rosé al vroeg op tafel, waardoor ze opeens veel enthousiaster ‘Hallo!’ roepen. Maar als het regent kunnen ze ook binnen aan tafel zitten.  En ’s avonds als ze gaan slapen is hun bed vast warm en hoeft niet eerst op te drogen door hun eigen lichaamswarmte. En ze hebben misschien ook wel een kacheltje.  Dan heb je de mensen die, een beetje zoals wij, niet echt met een caravan op pad willen en daarom een heel kleintje hebben. Een Eribaatje. We hebben wel eens in eentje rondgekeken, zo praktisch en efficiënt alles! En zo gezellig knus!  Stiekem vinden zij dat ook, want ze zijn voortdurend rond hun huisje aan het rondscharrelen. Er is altijd wel iets aan te draaien, los te schroeven, op te hangen en er weer af te halen, je bent zo lekker bezig op de camping. En dit is nog maar een kleine greep uit het helaas toch wat verschralende aanbod. Aan mensen in witte campers is niets te beleven. Die zie je namelijk nooit.

Op onze camping doet zich een merkwaardig fenomeen voor: wellicht omdat hij in een soort kloofje ligt kunnen we de gesprekken die op 50 meter van ons af gevoerd worden woordelijk verstaan. We houden er zelf rekening mee dat dat andersom misschien ook het geval is. Maar je steekt wel weer het een en ander op.

Tegenwoordig zie je ook nogal eens alleengaande kampeerders. Ik trof er gelijk de eerste dag al een op het WIFI terras, hij ging stijf naast me zitten Facetimen met een dochter waardoor ik ongewenst op de hoogte werd gebracht van het recente overlijden van zijn vrouw en dat dit de eerste keer dat hij weer..etc. Eerder die middag had ik hem stiekem uitgelachen omdat hij met zijn enorme sleurhut niet op het perceeltje paste dat hij uitgekozen had. Zijn dissel stak geheel door de heg naar het naastgelegen veldje. Nu vond ik hem nog zieliger, alleen is zo’n immense hut. Want eerlijk, vaak doen ze toch wat stakkerig aan, die eenzame kampeerders.

Behalve Benny, zullen we hem maar noemen. Toen we vanmiddag net tijdens een korte droge periode thuiskwamen stond hij schuin tegenover ons, de beide deurtjes van zijn oude Ford bestelauto open zodat je binnen het met twee planken in elkaar getimmerde eenpersoonsbed kon zien, zijn forse lijf in een dertig jaar oud kampeerstoeltje geperst, de blote benen recht vooruit op een klapkruk. Een beker koffie, dik boek op schoot en ter completering van dit volkomen benijdenswaardige beeld een grote transistorradio op het kampeertafeltje naast zich. Ik wist op slag weer waarom ik het toch blijf doen, kamperen. Alleen die regen. Die mag wel uit.  
PS wifi is hopeloos hier. Vandaar even geen foto.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een jaar op proef

Een jaar in Normandië -slot-

Weer terug in La Noblet na bijna zes weken Nederland voelt als thuiskomen. Net zoals het voelt als we in Nederland in ons Bak...