donderdag 30 augustus 2018

Verzameling




Een verzameling ontstaat vaak eigenlijk volkomen onbewust. Pas na enige tijd realiseer je je dat je een verzamelaar bent. En dat terwijl je dat eigenlijk helemaal niet wilde.

Mijn verzameling begon op een zonnige zondagmiddag in augustus 2003. De huisartsenvrouw had met een vriendin in de voormalige praktijk van hun woning een winkeltje ingericht met Franse brocante. Dat stond toen nog een beetje in de kinderschoenen dus ze hadden hier wel een gaatje in de markt te pakken. Zij waren begonnen Franse spulletjes te verzamelen tot het niet meer in hun interieur paste en toen gingen ze het verkopen. Heel slim, zo houd je een verzameling overzichtelijk én levendig. Op een plank in de behandelkamer stonden twee voor mij tot dan toe onbekende objecten. Het waren een soort trommeltjes, ze waren geëmailleerd, de ene had een extra aluminium bakje bovenin en ze konden dichtgeklemd worden met aan weerszijden een klemmetje, waar het handvat nog weer overheen ging zodat het onmogelijk was het trommeltje open te laten vallen. De binnenkant was in een heel andere kleur geëmailleerd. Geen van beide uitbaatsters kon mij vertellen wat dit voor trommeltjes waren. Geïntrigeerd door de terloopse schoonheid van toch een industrieel product kocht ik er één voor 7 euro. Twee leek me onnodig. Bovendien miste die het aluminium bakje. Ik nam het mee naar huis en zette het in mijn vitrinekast. Zo kon ik er elke dag naar kijken.

In datzelfde jaar kocht onze vader het familiehuis waar wij nu naartoe gesemigreerd zijn. Er waren toen in de omgeving nog tal van brocantewinkels en omdat het huis moest worden ingericht, kwamen we daar regelmatig. Op één van die bezoeken trof ik weer zo’n trommeltje aan, hangend aan een spijker. Het had een heel andere kleur, ook van binnen. Aan de eigenaar vroeg ik hoe zo’n trommeltje heette en waar het voor diende. Hij zei dat het een gamelle was, een soort lunchbox. Hoe, wat, waar en wanneer, dat wist hij allemaal niet. Hij wilde er tien euro voor hebben, ik hing hem terug. We kwamen uit op 7. En misschien was ik me er toen nog niet van bewust, maar op dat moment begon mijn verzameling. Want ik had er nu twee én ik had een prijs in m'n hoofd die ik ervoor wilde betalen. En toen manlief er één tussen de rommel vond in de oude remise, de schuur achter het huis, een prachtige donkerrode, wist ik dat het zo moest zijn.

In de jaren daarna speurden wij in brocantewinkels (waar er steeds minder van kwamen) en op vide greniers en foires-à- tout (waar er steeds meer van kwamen) naar gamelles. Maar héél zelden vonden we ze. In het begin waren ze nog best prijzig, maar ik had mezelf beloofd er nooit meer dan 7 euro voor te betalen en dat lukte altijd. Er waren ook regels in het spel: alleen ík mocht ze vinden, manlief niet en ik wilde ze ook niet cadeau krijgen. Andere mensen gingen namelijk meehelpen en de sport van een verzameling vind ik nou juist dat je het helemaal alleen moet doen. Ik heb wel een paar keer gesjoemeld. Een keer zag ik aan de opgewonden lichaamstaal van manlief dat er eentje in de buurt moest zijn (en dat waren er zelfs twee) en één keer belde mijn broer, die had een puntgave groene gevonden in een Rodekruis winkel. Voor 2 euro. Tja, die kon ik toch niet laten staan.


Maar goed, eind 2016 had ik dertien gamelles en was ik nog altijd weinig wijzer over waar ze voor dienden. Ze stonden op een plankje in mijn woonkamer en dat plankje was vol. Dus ik besloot mijn verzameling te beëindigen. Het was mooi zo.

We verhuisden en bij gebrek aan displaymogelijkheden bleef mijn verzameling in een doos op zolder. En toen vond ik vorige week op de vide grenier een knalblauwe gamelle. Het dekseltje miste de rubberen ring maar ik had ook al een kraam gezien waar ze alleen dekseltjes verkochten (nooit eerder aangetroffen, overigens) dus voor 2,50 in totaal had ik er tóch weer één. En afgelopen zondag waren we in St. Ouen-sûr-Iton en daar zag een logerende vriendin een gespikkelde gamelle in een iets andere uitvoering dan de veertien andere dus die heb ik nu ook toegevoegd. Er stond een naam op het klemmetje: Fricotine. Ik heb ook een redelijk moderne rode, daar zit zelfs een barcodesticker op en er staat op: Acier Emaillé pour Pain Marie. Als ik op internet ga zoeken word ik weinig wijzer. Pain Marie leidt zelfs naar onvermoede websites.

Er wordt beweerd dat ze door mijnwerkers gebruikt werden. Ik ben in Alès in het mijnmuseum geweest en heb daar geen gamelles (of cantines) gezien, tenminste geen geëmailleerde. Voor een volwassen man of vrouw vind ik de porties ook klein. En waarom zit er een los bakje bij? Deed men daar een stukje vlees in? Er is er één met een naamlabeltje: François. Waren ze dan voor kinderen? En uit welke tijd dan, want kinderen eten toch bijna altijd warm op school? En waarom, als ze zo algemeen gebruikt zijn geweest, kun je er in vijftien jaar vijftien vinden én is er nauwelijks informatie over?


Hoe dan ook, mijn verzameling staat sinds de jongste aankopen weer te pronken op de Normandische keukenkast. Daar stonden enkele ‘meest wanstaltige soepterrines’ ooit. Maar dat is weer een ander verhaal. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een jaar op proef

Een jaar in Normandië -slot-

Weer terug in La Noblet na bijna zes weken Nederland voelt als thuiskomen. Net zoals het voelt als we in Nederland in ons Bak...