Jean is
geboren en getogen in het huis waarin hij nu 86 jaar woont, waarvan 65 jaar met
Marie. Zij kwam uit een dorp hier zeven kilometer vandaan. Ze spraken daar met nét een beetje een ander
accent, maakten de cider nét even anders, maar deze verschillen bleken
overbrugbaar. Naast elkaar zitten ze aan de keukentafel te stralen. Het leven
is niet altijd goed voor ze geweest, maar ze zijn er nog en zijn heel monter.
We zitten er al een half uur voor we koffie krijgen. De meegebrachte
stroopwafels vallen in goede aarde. Bij het tweede kopje bieden ze ons er nog
één aan. Ik kijk met een schuin oog naar de klok, want ik bemerk enige onrust:
het is al kwart voor twaalf, we moeten gaan, rond midi moet de warme hap op tafel
staan. Met veel gezoen en geknuffel en gezwaai nemen we afscheid. Onze lunch bestaat uit een stokbroodje camembert en gebakken ei, met een kop
thee of glas vruchtensap erbij. Daar zijn we max twintig minuten mee bezig, dan
kunnen we weer doorrrr!
Toen Mathilde en een paar van haar vrienden een paar jaar
geleden bij ons in NL op visite waren en wij de ontbijttafel gedekt hadden met
brood en hagelslag, bekeek de visite misprijzend hun koffiemok. Men
haalde opgelucht adem toen ik met een bol,
een kom, aankwam. De café-au-lait werd overgeschonken, voorzichtig sneed Mathilde
een bruine boterham in vier reepjes en besmeerde ze met boter, waarna het
reepje brood in de mok gedoopt werd, wat een behoorlijke kliederboel werd maar
àlà. Met grote ogen keek ze naar de chocoladehagelslag die D. kwistig over zijn
boterham strooide. Voor tussen de middag hadden we een lunch bedacht in een
pannenkoekenrestaurant, dan was er tenminste iets betaalbaars warms te eten. En
gelukkig eten we ’s avonds al nooit voor 19.00 uur, maar nu moesten we het
stamppotbuffet na een uitgebreide apéro toch uitstellen naar een uur of half 9.
Tenslotte rolden we uitgeput na een hele dag Frans praten en proberen te
verstaan in bed.
In Frankrijk volgen we het nieuws via NOS.nl en leren dat
Zweden weer meer ultrarechtse stemmers heeft. Iedereen valt over elkaar heen om
te roepen hoe verkeerd dat allemaal is. Niemand lijkt in staat in te zien en te
erkennen dát er verschillen tussen samenlevingen zijn en dat het een hele toer blijkt
daarmee goed om te gaan. Dat het misschien verstandig is de ‘onderbuik’gevoelens
van de inheemse bevolking nu eens serieus te nemen, zonder direct beticht te
worden als nazist en fascist. Want dat die gevoelens er zijn, mag best erkend
worden.
Denemarken lijkt een land te zijn waar het probleem niet meer
zo zwartwit benaderd wordt. Daar erkent men dat de Deense bevolking problemen
heeft met immigranten. Er wordt actief gewerkt aan integratie. Duidelijk wordt
gemaakt dat als er op school islamitische kinderen zitten, de ouders daarvan
niet het recht hebben te eisen dat varkensvlees niet meer op het menu mag
staan. Dat is niet aan hen. Maar dat hun kinderen het natuurlijk niet hoeven te
eten. Dat de overheid bespreekbaar maakt dat mensen uit andere landen welkom
zijn, maar dat het niet zo is dat het gastland zich dan moet aanpassen aan hun
gewoonten en wetten. Dat er van gasten in een land verwacht mag worden dat zij
de gewoontes daar respecteren. Dat doen wij Nederlanders in Frankrijk of waar
ook ter wereld toch ook? En zo niet, dan krijgen we toch straf?
Als er nou
eerst eens een politieke partij kwam die daadwerkelijk erkent dat mensen nu
eenmaal zo in elkaar steken. Ik bedoel maar, zelfs op zeven kilometer heb je al
een cultuurverschil. Ook binnenslands.
Wij drinken in Frankrijk ’s ochtends onze thee niet uit een bol maar uit een theeglas en eten nog steeds ’s avonds onze
hoofmaaltijd, behalve als we op visite zijn. Wij doen ons best Frans te spreken
en we houden (meestal) onze mond als we dingen zien of horen die toch echt wel
bestempeld kunnen worden als ‘typisch Frans’. Ik vraag me wel eens af, hoe dat
zou zijn als Fransen opeens massaal naar Nederland uit zouden wijken. Eén ding:
het zou de verkoop van bols érg
bevorderen. Want integreren is niet iedereen gegeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten