Parijs, Gare du Nord, vrijdag 7 december rond de middag. Ik
ga tot zaterdagavond op stap met jongste dochter, o.a. de Kerstmarkt in Lille
bezoeken. Zij komt uit NL met de auto, ik reis per trein.
Het station is uitbundig
versierd, in een waterval van licht staan een paar hertjes mooi te zijn. Als ik
bij La Place een croissantje koop voel ik iemand naast me zacht aan mijn mouw
plukken. Ik zie een uitgestrekte vuile hand met een paar muntjes. Met zijn
andere hand wijst een jonge man met een gezicht waarvan de wanhoop afdruipt
naar de Pépito’s. Ik doe het nooit, maar nu koop ik voor hem zo’n voedzaam broodje.
Voor ik me zou kunnen bedenken grist hij het uit mijn hand. Even later komt er
iemand naast me staan. Een keurig geklede jonge man, die me, als hij doorheeft dat
ik zijn Frans niet zo snel versta, me beleefd in het Engels vraagt om een euro
voor een sandwich. ‘Ik was niet van plan de hele Gard du Nord van een broodje
te voorzien’,antwoord ik kribbig maar ik geef hem een euro. Hij bedankt me
vriendelijk. De rest van de tijd wacht ik in de Étoile de Gard du Nord. Daar word je binnengelaten door een portier.
Allemaal nette mensen.
In Lille moet ik me door een cordon ME, dat een groep lauw
protesterende studenten in bedwang houdt, heen worstelen. Het is
verschrikkelijk slecht weer, desondanks hebben de studenten er de stemming in.
Er wordt veel gelachen en wat gejoeld. Verderop loopt een groepje vervaarlijk
uitziende gilets jaunes me tegemoet. Die gaan er duidelijk niet heen om te moppen
te tappen. Die middag vermaken jongste dochter en ik ons op de Kerstmarkt
(hoewel we er daarvoor bij nader inzien niet speciaal voor naartoe hadden hoeven
gaan, zeker niet als je toch niet in het reuzenrad durft) en in het centrum. ’s
Avonds horen we een hoop geschreeuw en gegil van sirenes.
We hebben besloten het niet op te zoeken en gaan zaterdagochtend
na uitgecheckt te hebben naar Lens, naar het Louvre-Lens. Dit fraaie museum heb
ik kort na de opening bezocht en daar kun je best weer heen, want de tijdlijn
expositie wordt regelmatig gedeeltelijk gewisseld en er is altijd een extra
expositie. Het is even zoeken naar een parkeerplaats, in die zin, het museum
verwacht zoveel bezoekers dat er ook heel veel parkeerplaatsen zijn, maar vind er
maar eens een in de buurt van het museum. We moeten nog tien minuten lopen over
een voormalig werkspoor. Na de onvermijdelijke controle (en het tijdelijk
innemen van mijn zakmesje, dom natuurlijk) mogen we naar binnen. Het is rustig
in het museum, heerlijk. Er is veel, maar niet teveel te zien, de koffie is
lekker, het broodje tussen de middag ook. Ook leuk is dat alle teksten in het
Frans, Engels en Nederlands zijn. Worden wij ook eens serieus genomen. Tenslotte bekijken we de expositie ‘L’Amour,’ de liefde. Bijzonder opgezet
als een boek met hoofdstukken en de bladzijden geven boeiende stof tot overdenking.
Natuurlijk hoort bij de liefde ook de lichamelijk liefde – bij dat hoofdstuk
worden we gewaarschuwd voor ‘bepaalde gevoeligheden die kunnen kwetsen.’ Je moet
er zelfs een paar dekseltjes voor open doen om te zien wat er onder ligt: piepkleine
porno. Wij moeten er vooral om lachen.
We hadden besloten dat ik in Lens op de trein stap naar
Lille Flandres, dan hoeven we niet meer de stad in. In de trein reis ik door
het mistroostige landschap van de voormalige mijnstreek. Ik zie weinig om blij
van te worden. Veel leegstand, rotzooi, oude auto’s. Nu geeft een natte decembernamiddag
eigenlijk nergens veel kleur aan, dus die indruk mag je laten voor wat hij is.
In Lille is het heel druk op het station, er zijn vooral
veel mensen die niet met de trein gaan. Geen gilet jaunes, die zijn ergens buiten
aan het demonstreren. Dochter is de Nederlandse grens al over als ik in de
trein naar Parijs stap. Ik zie er een beetje tegenop: ik heb een hele zware
koffer met spullen die zij voor me meegebracht heeft, eigen schuld natuurlijk
maar mijn voorgevoel wordt bewaarheid: veel metrostations zijn gesloten en
roltrappen doen het niet. Volgepakte metro’s rijden gelukkig af en aan. Ik moet
een omweg nemen en bij Pigalle kom je dan buiten. Daar is een hoop rumoer en geschreeuw
op straat, maar geen gilets jaunes. Wat is er veel boosheid onder de mensen. Er
zijn er ook zo verschrikkelijk veel. Van binnenuit kun je niet in Gare St
Lazare komen. De boulevard Hausmann is afgesloten en aan weerskanten kleuren de
zwaailichten de gebouwen blauw en oranje. Bij de ingang van het station staan
tientallen tot op de tanden toe gewapende politieagenten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten