donderdag 22 februari 2018

Naar de dokter








Manlief voelt zich helemaal niet goed. Al sinds we hier zijn heeft hij last van z’n darmen en nu lijkt het allemaal wel helemaal niet meer te werken. We zoeken een huisarts op en hij maakt een afspraak voor vrijdagmiddag. Maar de situatie wordt slechter, dus gaan we twee dagen eerder naar het spreekuur. Keurig zitten we op onze beurt te wachten, net als vroeger lezen we al lang uitgelezen tijdschriften.

De van huis uit Roemeense huisarts neemt uitgebreid de tijd voor vragen en onderzoek. We komen er redelijk uit. Ze zegt dat de normale gang van zaken is dat op dit soort klachten een endoscopie de standaard vervolgprocedure is. Ze schrijft een brief en geeft ons een lijstje medicijnen mee die de boel weer op gang moeten brengen. Vervolgens krijgen we een lijst van vier pagina’s mee voor bloed- en urineafname. We betalen 25 euro en dan gaan we naar de Pharmacie in het volgende dorp.

Donderdagochtend melden we ons bij de infirmière om bloed te prikken. De infirmerie in Frankrijk is een soort wijkverpleegkundige prikpost. Er wordt ook gezwachteld, naar spataderen gekeken, uitgebreid gebabbeld met de bekende patiënten en er wordt bloed geprikt. Bij de apotheek moet een speciaal potje voor de urine opgehaald worden. Dat mag niet zomaar in een lege jampot, zoals wij die hadden meegenomen.

De uitslag kunnen we zaterdagmiddag ophalen bij de Pharmacie en dan moeten we daarmee weer naar de huisarts, dus dat gaat snel. Maar wat niet snel gaat, is enige verbetering in de situatie. Het wordt alleen maar erger. Na (weer) een doorwaakte nacht besluiten we zaterdagochtend naar de Eerste hulp in l’Aigle te gaan. Ik bel S. wat wijsheid is, omdat we de uitslag van die onderzoeken nog niet hebben. Even later belt hij terug om te vertellen dat Steph met ons meegaat. Eerst rijden we langs de Pharmacie om te vragen of de uitslagen er al zijn. Die zijn er niet, maar de apotheker laat zich de uitslagen doorfaxen en dan kunnen we ze meenemen. Hij heeft ze even doorgebladerd en niet echt iets verontrustends gezien. Dat is dan om te beginnen al enige opluchting, want iedereen snapt dat je dergelijke klachten van een 64-jarige man toch snel in de kankerhoek zoekt, hoe graag je dat ook niet zou willen…Bovendien zegt de apotheker dat we naar Lisieux moeten, daar is het beter.

Het is een prachtige dag, de lucht is strakblauw, de kale boomtoppen lijken al iets te verkleuren vanwege hun uitbottende knoppen.

In het ziekenhuis gaat het redelijk gesmeerd, maar ja, je bent natuurlijk niet meteen aan de beurt. D. krijgt een armbandje om en moet plaatsnemen op een bed. We wachten in dezelfde gang als waar de ambulances aankomen en de patiënten op brancards naar binnen gerold worden. Ik probeer er zo min mogelijk naar te kijken en m’n oren af te sluiten voor gerochel, gekokhals en andere nare geluiden die uit allerlei bedden die her en der in de ruimte geparkeerd staan op stijgen. Op enig moment worden D’s bloeddruk en temperatuur opgemeten en dan wordt hij meegenomen.

Steph en ik zitten eerst in het ziekenhuiscafé en daarna gaan we de stad in. Lisieux heeft een leuk centrum, maar heeft zichtbaar geleden onder D-day en de weken daarna. Prachtige oude huizen staan ingeklemd tussen fantasieloze jaren '50 en '60 bouw. De kerken en kathedralen zijn er wel vrij ongeschonden uit gekomen.  D. belt dat er een foto gemaakt wordt van z’n buik. Als we terug in het ziekenhuis zijn is hij op het toilet. Het duurt een hele tijd, maar tenslotte komt hij bijna dansend naar buiten. Een klysma heeft zijn lichaam van een héleboel overbodige ballast bevrijd. En er is zo te zien eigenlijk niks aan de hand, de ‘verstopping’ wordt geweten aan een ander voedselpatroon en de verhuizing. De kordate arts schudt ons de hand en complimenteert ons met ons goede Frans.  We stappen het zonlicht in, wat een opluchting! De nodige doemscenario’s waren natuurlijk al voorbijgekomen, maar voorlopig lijkt alles te kunnen blijven zoals het is. Opnieuw langs de Pharmacie voor weer een kleine kruiwagen vol medicatie. Dat moet voorlopig even doorgezet worden. De andere poeders mogen in de opslag.

Dinsdagmiddag gaat Dirk met de uitslagen naar de huisarts, die wederom zéér uitgebreid de tijd voor hem neemt. Ze houdt niet op hem te vertellen wat voor voortreffelijke conditie hij heeft voor een man van zijn leeftijd. En dat hij bloed moet geven, omdat hij teveel rode bloedlichaampjes heeft omdat hij zo hard werkt! Zelfs z’n cholesterolgehalte is prima. Nu nog even de medicatie afbouwen en kijken hoe dat gaat.  

Was het hem niet zo in z’n rug geschoten, dan was hij enthousiast uit de auto gesprongen om mij het goede nieuws te vertellen. Nu komt hij er nogal komisch uit gestrompeld. Maar wel blij. En die rug gaat ook wel weer over.


UPDATE Het gaat weer helemaal goed met hem hoor! 









woensdag 14 februari 2018

Apéro


Mathilde staat onverwacht op de stoep. B(r)oer en schoonzus hebben haar uitgenodigd mee te gaan  op het apéro dat we bij ons hadden afgesproken. We zijn altijd blij haar te zien, ze is hartelijk en zoent je altijd heel gemeend stevig op twee wangen. Ze is net terug uit Cannes. ‘Ik weet niet of S. het verteld heeft, maar mijn moeder is overleden, begin januari.’ Dat wisten we niet. Hoewel ze hier gecremeerd is, zal er eind april een bijzetting in het familiegraf plaatsvinden. Daar moet natuurlijk bij gegeten en gedronken worden, dus dat soort dingen heeft ze allemaal ter plaatse geregeld.

Mathilde heeft haar moeder, met wie ze twintig jaar scheelt, een jaar of zes geleden uit het warme zuiden opgehaald en haar in een verzorgingstehuis in Le Sap ondergebracht. Ze bezocht haar regelmatig en iedere zondag ging ze haar ophalen om iets leuks te gaan doen. Dat was een hele opgave, want Mathildes moeder was niet makkelijk. Ze verweet het haar dochter haar naar het kille noorden gehaald te hebben, ze vond haar een slechte moeder van haar enige zoon, ze verweet haar eigenlijk ongeveer alles wat een moeder een dochter maar meent te kunnen verwijten. Soms waren we erbij en zagen hoe het oude kreng haar dochter kwetste met afgemeten, nare opmerkingen. Gaandeweg verloor ze de greep op de werkelijkheid en werd ze stiller, milder. Bijna menselijk.


In de eerste week van januari was ze ziek geworden. Met flapperende handen beschrijft Mathilde uit welke lichaamsopeningen alles kwam. En dat ze haar steeds moest verschonen. Ze vertelt het zoals ze het vast al vaker verteld heeft, tot er plotseling een zinnetje uit haar mond rolt. “Maman m’a dit: ze zei: ‘wat heb je toch goed voor me gezorgd.’ "Dat is de enige keer dat ze ooit zoiets tegen me gezegd heeft. We konden niet zo goed met elkaar opschieten, weet je?” Mathildes ogen vullen zich met tranen. Dan sterft je moeder op hoge leeftijd en ben je zelf ook echt niet piep meer en dan is er nog die wens én het verdriet, om erkenning. Zelfs nu lijkt Mathilde eenzamer dan toen ze nog een moeder had. Dinsdag zullen we bij haar bij haar op de koffie gaan, na de markt. Want kort daarna gaat ze drie weken kuren in de Pyreneeën, om herboren terug te keren. Ik hoop het maar.


zaterdag 10 februari 2018

Winkeltje spelen







Op zaterdagochtend is ‘la Quincaille Rit’ in Villers-en Ouche geopend van 9 – 12 uur. Deze op vrijwilligers draaiende coöperatieve winkel bevindt zich in het voormalige pand van een quincaillerie.
Een quincaillerie, officiëel ijzerhandel, is een soort winkel van Sinkel zoals je ze nog in vele Franse dorpen tegenkomt. Er is van alles te koop, van theeserviezen tot stopcontacten, van kaarsen tot schroeven, bouten en moeren. Deze laatsten overigens nooit in de maat die jij nodig hebt. De eigenares van de quincaillerie ging met pensioen en weer stond er een winkelpand leeg in het dorp. Een tijdje waren er in de etalage nog de creaties te zien van een zichzelf kunstenaar noemende bohémien, die altijd op blote voeten liep en bij iedereen alle drank opzoop. Gelukkig was hij op een dag verdwenen en toen kwam mijn schoonzus met het idealistische idee hier een gemeenschappelijk bedrijfje te vestigen. In de winkel worden biologische producten uit de hele wereld maar bij voorkeur dichtbij verkocht. Het doel is mensen uit les grandes surfaces, de grote supermarkten, te houden. Dat lukt natuurlijk niet helemaal maar het aanbod in de Quincaille Rit (te vertalen als: de buitenbeentjes lachen) is best gevarieerd. In de praktijk blijkt het beheren van zo’n winkel een enorme klus, de inkoop, de administratie, het rond krijgen van de roosters, maar tegelijkertijd is het op zaterdagochtend ook een gezellige drukte, drinkt men koffie met elkaar en kunnen ook de hoogbejaarden uit het dorp zelf komen winkelen en verse groenten en eieren kopen. Inmiddels heeft zich ook een brocante winkel gevestigd in het grote pand en kun je dus ook voor mooie meubels, servies en glazen terecht. Omdat de winkel onverwarmd is, zijn pogingen om zaken als een handwerkclub of iets voor kinderen op te zetten nog niet echt van de grond gekomen.

Vanmorgen had ik dienst met B(r)oer en er kwamen nog een paar vrouwen helpen een grote order op en in te ruimen.  Het was verder gezellig druk en niemand heeft haast op zo’n zonnige, ijskoude zaterdagochtend. Er was koffie en warme chocolademelk en iedereen genoot van een stukje Deventer reepkoek uit het heimweepakket. En dat is natuurlijk precies waar het voor bedoeld was. 



dinsdag 6 februari 2018

Sneeuw



Hij is geweest, de loodgieter. Een jonge, vriendelijke man die, niet gehinderd door enige compassie met D.'s nog wat onbeholpen Frans, in stevig tempo uiteenzette wat er moet gebeuren om de zaak weer efficiënt aan de gang te krijgen. Er moet een nieuw, groter drukvat? Het systeem is te groot voor het vat dat er nu (overigens al járen) hangt? Binnen twee weken komt hij terug met de benodigde materialen. 


Ik was er niet bij maar ik geloof hem op zijn blauwe ogen. En ondertussen sleep ik kruiwagens vol hout door de sneeuw naar binnen en moet de keukendeur naar de gang zo nu en dan open om de temperatuur iets te laten zakken. Hout stoken doen we sowieso want een gastank vulling loopt al snel tegen de 2000 euro en daar zitten we nog even niet op te wachten. Het is merkwaardig hoe belangrijk warmte blijkt te zijn als het niet met een druk op een knop te realiseren is. Het is gewoon het belangrijkste gegeven, iedere dag weer.

We zijn vanmorgen niet naar de markt geweest, ik denk zo ongeveer voor het eerst dat we in Normandië komen. Het sneeuwde en we voorzagen weinig activiteit aldaar en dan, volgende week is er weer markt. Dus de halve dag bezig geweest met P&M, het wordt een prachtig nummer, er is mooie kopij en er komt nog veel meer. Ik zal zelfs flink moeten doorschuiven, hoe heerlijk is dat! D. was in zijn nieuwe mancave bezig met Herberg het Gouden Anker, ook voor P&M. Met z'n tweeën zijn we een echt familiebedrijfje.



De honden spetterden in het rond in de sneeuw maar krijgen wel snel koude voetjes. Ze hadden de vorige keer dat we hier waren klachten over hun nachtverblijf, de eerste paar nachten kon ik er drie keer uit omdat er gemopper en gejank was. Toen heb ik de grote mand van zolder gehaald, een dikke fleecedeken op de koude tegels, daar de mand bovenop, daar nog een deken in, en toen hun twee zachte mandjes. En nu is het helemaal goed, de dames zijn tevreden.


We hebben onze smartTV meegenomen en kunnen probleemloos tv kijken. Gisteren de Luizenmoeder en een aflevering van de tweede serie van De Crown: blijft geweldig, ook met Franse ondertiteling. En sommige films zijn dan opeens weer wel NL ondertiteld én het aanbod is uitgebreider dan in NL. 


zaterdag 3 februari 2018

Sliptong

                              



D. gaat een sliptong te lijf. We hebben er gisteren twee gekocht in de Hypermarché, samen met nog een karrevracht aan boodschappen. Het kan komende week gaan sneeuwen en dan kun je maar beter goed voorbereid zijn met genoeg eten & drinken. Bij de aanschaf van de tongen hadden we er niet over nagedacht dat ze niet schoongemaakt zijn. Een filmpje op Youtube laat zien hoe je dat doet, zo’n vis ontvellen. Het lukt redelijk, maar de volgende keer bestellen we ze toch maar schoongemaakt.

Op dag drie hebben we de boel aardig op de rails en heb ik op Le Bon Coin, de Franse Marktplaats, een kast gevonden waar al mijn spullen op overzichtelijke wijze in kunnen worden opgeborgen. Het is, net als de meeste plaatjes op die site, een vreselijk slechte foto maar van alle armoires lijkt me dit wel de beste. Er hoeft niks aan geschuurd en gelakt te worden en dan ben ik al gauw tevreden. Bovendien vond ik vanmorgen het geld voor de kast in een oude portemonnee dus in feite kost hij helemaal niets.

Hij blijkt al uit elkaar en in de garage te staan, dus het inladen is snel gebeurd. Eenmaal thuis moet hij eerst nog wel even acclimatiseren want de pen-gat verbindingen passen niet zonder grof geweld te gebruiken. We zetten hem morgen wel in elkaar. Ik heb al gezien dat ik hem vooral erg Frans vind, met guirlandes en een bloemenmandje. Dit alles van solide kersenhout.




De CV doet het niet echt lekker, D. vertelt mij precies wat ermee aan de hand is maar halverwege zijn verhaal constateert hij dat hij dit net zo goed aan een lantarenpaal kan vertellen, wat ik beaam. Dit soort technische aangelegenheden zijn zijn pakkie-an, ik ben er voor andere zaken. Gelukkig kunnen we in ieder geval de keuken warm stoken met de grote chaudière, waar ik ook op kan koken. Op zich een goede oefening in onthaasten, want je moet meegaan met de flow van de kachel. Soms gloeiend en dan, even vergeten, bijna weer uit. Bovendien is ons hout niet topdroog. Misschien dat we daar ook nog maar even achteraan moeten, stoken met halfdroog hout is slecht voor het milieu, de schoorsteenpijp en voor het humeur. Vooral als je weet dat je in Nederland nog een paar kubs kurkdroog hout hebt liggen. In ieder geval is de loodgieter gebeld en die zal terugbellen om een afspraak te maken de CV ketel na te kijken. We gaan het zien!







Een jaar op proef

Een jaar in Normandië -slot-

Weer terug in La Noblet na bijna zes weken Nederland voelt als thuiskomen. Net zoals het voelt als we in Nederland in ons Bak...