Manlief voelt zich helemaal niet goed. Al sinds we hier zijn
heeft hij last van z’n darmen en nu lijkt het allemaal wel helemaal niet meer
te werken. We zoeken een huisarts op en hij maakt een afspraak voor
vrijdagmiddag. Maar de situatie wordt slechter, dus gaan we twee dagen eerder
naar het spreekuur. Keurig zitten we op onze beurt te wachten, net als vroeger
lezen we al lang uitgelezen tijdschriften.
De van huis uit Roemeense huisarts neemt uitgebreid de tijd
voor vragen en onderzoek. We komen er redelijk uit. Ze zegt dat de normale gang
van zaken is dat op dit soort klachten een endoscopie de standaard
vervolgprocedure is. Ze schrijft een brief en geeft ons een lijstje medicijnen
mee die de boel weer op gang moeten brengen. Vervolgens krijgen we een lijst
van vier pagina’s mee voor bloed- en urineafname. We betalen 25 euro en dan
gaan we naar de Pharmacie in het volgende dorp.
Donderdagochtend melden we ons bij de infirmière om bloed te
prikken. De infirmerie in Frankrijk is een soort wijkverpleegkundige prikpost.
Er wordt ook gezwachteld, naar spataderen gekeken, uitgebreid gebabbeld met de
bekende patiënten en er wordt bloed geprikt. Bij de apotheek moet een speciaal
potje voor de urine opgehaald worden. Dat mag niet zomaar in een lege jampot,
zoals wij die hadden meegenomen.
De uitslag kunnen we zaterdagmiddag ophalen bij de Pharmacie
en dan moeten we daarmee weer naar de huisarts, dus dat gaat snel. Maar wat
niet snel gaat, is enige verbetering in de situatie. Het wordt alleen maar
erger. Na (weer) een doorwaakte nacht besluiten we zaterdagochtend naar de
Eerste hulp in l’Aigle te gaan. Ik bel S. wat wijsheid is, omdat we de uitslag
van die onderzoeken nog niet hebben. Even later belt hij terug om te vertellen
dat Steph met ons meegaat. Eerst rijden we langs de Pharmacie om te vragen of
de uitslagen er al zijn. Die zijn er niet, maar de apotheker laat zich de
uitslagen doorfaxen en dan kunnen we ze meenemen. Hij heeft ze even
doorgebladerd en niet echt iets verontrustends gezien. Dat is dan om te
beginnen al enige opluchting, want iedereen snapt dat je dergelijke klachten
van een 64-jarige man toch snel in de kankerhoek zoekt, hoe graag je dat ook
niet zou willen…Bovendien zegt de apotheker dat we naar Lisieux moeten, daar is
het beter.
Het is een prachtige dag, de lucht is strakblauw, de kale
boomtoppen lijken al iets te verkleuren vanwege hun uitbottende knoppen.
In het ziekenhuis gaat het redelijk gesmeerd, maar ja, je
bent natuurlijk niet meteen aan de beurt. D. krijgt een armbandje om en moet
plaatsnemen op een bed. We wachten in dezelfde gang als waar de ambulances
aankomen en de patiënten op brancards naar binnen gerold worden. Ik probeer er
zo min mogelijk naar te kijken en m’n oren af te sluiten voor gerochel,
gekokhals en andere nare geluiden die uit allerlei bedden die her en der in de
ruimte geparkeerd staan op stijgen. Op enig moment worden D’s bloeddruk en
temperatuur opgemeten en dan wordt hij meegenomen.
Steph en ik zitten eerst in het ziekenhuiscafé en daarna
gaan we de stad in. Lisieux heeft een leuk centrum, maar heeft zichtbaar
geleden onder D-day en de weken daarna. Prachtige oude huizen staan ingeklemd
tussen fantasieloze jaren '50 en '60 bouw. De kerken en kathedralen zijn er wel vrij
ongeschonden uit gekomen. D. belt dat er
een foto gemaakt wordt van z’n buik. Als we terug in het ziekenhuis zijn is hij
op het toilet. Het duurt een hele tijd, maar tenslotte komt hij bijna dansend
naar buiten. Een klysma heeft zijn lichaam van een héleboel overbodige ballast
bevrijd. En er is zo te zien eigenlijk niks aan de hand, de ‘verstopping’ wordt
geweten aan een ander voedselpatroon en de verhuizing. De kordate arts schudt
ons de hand en complimenteert ons met ons goede Frans. We stappen het zonlicht in, wat een
opluchting! De nodige doemscenario’s waren natuurlijk al voorbijgekomen, maar
voorlopig lijkt alles te kunnen blijven zoals het is. Opnieuw langs de
Pharmacie voor weer een kleine kruiwagen vol medicatie. Dat moet voorlopig even
doorgezet worden. De andere poeders mogen in de opslag.
Dinsdagmiddag gaat Dirk met de uitslagen naar de huisarts,
die wederom zéér uitgebreid de tijd voor hem neemt. Ze houdt niet op hem te
vertellen wat voor voortreffelijke conditie hij heeft voor een man van zijn
leeftijd. En dat hij bloed moet geven, omdat hij teveel rode bloedlichaampjes
heeft omdat hij zo hard werkt! Zelfs z’n cholesterolgehalte is prima. Nu nog
even de medicatie afbouwen en kijken hoe dat gaat.
Was het hem niet zo in z’n rug geschoten, dan was hij
enthousiast uit de auto gesprongen om mij het goede nieuws te vertellen. Nu
komt hij er nogal komisch uit gestrompeld. Maar wel blij. En die rug gaat ook
wel weer over.
UPDATE Het gaat weer helemaal goed met hem hoor!